Wereld vol gevaar

7 Voor de ingang van hun hut rekt Kishan zich uit en wrijft eens flink over zijn gezicht. Hij pakt een handje rijst uit de pot. Het is de rijst die over is van de maaltijd van gisterenavond. Handig maakt hij twee stevige balletjes van de rijst. Zo loopt hij niet het risico dat hij misschien een korrel verliest. Ook de laat- ste korrels van het eerste balletje stopt hij in zijn mond. Dan drinkt hij een flinke beker water en begint te lopen. Nog een beetje slaapdronken stapt hij over de spoorweg die voor hun huis ligt en slaat rechtsaf. De weg naar de verzamelplaats loopt hij dagelijks, hij kan hem dromen. ‘Ai!’ Geschrokken springt Kishan opzij. Dat ging maar net goed, bijna in een stuk glas getrapt! Het kijken waar hij loopt is een tweede natuur voor hem gewor- den. Zelfs als hij amper wakker is. Dat moet ook wel als je altijd op blote voeten loopt. Genietend neemt hij een hapje van het balletje rijst dat hij nog in zijn rechterhand heeft. Rechts van hem is het huisje van zijn vriend Jabbar. Kishan probeert langs het opengeschoven stuk plastic de donkere ruimte in te kijken. Niets te zien. Jabbar is vast al vertrokken. Als hij weer verder loopt eet hij het laatste hapje van de rijst. Nu hij twee handen vrij heeft, kan hij zijn mundu beter vastknopen. Die slobberde, nog slordig van het slapen, los om zijn heupen. Een magere, vaalwitte koe staat loeiend midden op de weg terwijl haar kalfje drinkt. Hij loopt

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==