Hosanna!

16 sommige monden teleurgesteld. ‘Kom mee naar het paleis! U moet onze koning wor- den!’ ‘Laat Hem maar,’ zeggen anderen, ‘Hij gaat vast eerst bidden.’ Jezus loopt inderdaad het tempelplein op. Even blijft Lucas staan. Dan volgt hij Jezus vanaf een eerbiedige afstand. Hij ziet hoe Jezus het tempel- plein overkijkt. Net zoals vader en hij dat vanmorgen deden. Dan ziet hij het gezicht van de Heere Jezus veranderen. Zijn gezichtsuitdrukking staat opeens heel anders: verontwaardigd, boos. Zijn gezicht kleurt rood. Net als bij hemzelf, toen hij bestolen werd. En dan! Jezus loopt met grote passen naar de tafels van de wisselaars. Lucas merkt hoe het geluid van de stem- men van de handelaren verstomt. Jezus rukt aan de tafelpoot van de tafel van een wisselaar. Al het geld rolt rinkelend over het tempelplein. Hij loopt verder het plein op. Tafels en stoelen gooit Hij om. Een dui- venverkoper pakt haastig twee kooien mee en ver- dwijnt door de tempelpoort. Schapenverkopers vol- gen snel zijn voorbeeld. Anderen laten hun handels- waar achter en willen zo vlug mogelijk weg zijn. Het wordt dringen bij de poort. Voor de tweede keer deze dag duwt de schapenhandelaar Lucas aan de kant. De schapen zijn opeens overal. Van links en van rechts komen de dieren op hun kraam af. Vader roept en zwaait met zijn armen in een poging de schapen weg te jagen. De opgejaagde dieren lijken echter maar één kant op te kunnen lopen: vooruit, weg van het tempelplein. De schapen lopen zomaar dwars door hun kraam heen, over hun prachtige, schone

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==