Rivierdolfijnen in nood

7 hoofdstuk 1 Ni ck y ‘Zijn we er al bijna?’ vraagt Vince ongeduldig. Nicky leunt naar achteren als haar tweelingbroer langs haar door het raampje van het vliegtuig probeert te kijken. ‘Ik vind het saai,’ zegt Vince. ‘Ik zie alleen maar groen. Alsof we nog boven de weilanden van Nederland vliegen.’ ‘Die boomtoppen vind ik juist mooi.’ Zo ver Nicky kan kijken, glijdt het groene bladerdak van het Amazonegebied van Brazilië onder haar door. Ergens verderop, langs de grote rivier de Rio Negro, ligt de stad waar ze heen vliegen. In die stad gaat ze de komende maanden met haar broer en ouders wonen. ‘Ik kan me nog steeds niet voorstellen dat we in een tropisch regenwoud terechtkomen,’ zegt ze dromerig. Vince begint te grijnzen en schudt zijn hoofd. ‘Dat hoop ik niet.’ Nicky kijkt in de donkere ogen van haar broer, die haar plagend aankijken. ‘Wat bedoel je?’ ‘Dan komen we tussen krokodillen en panters terecht.’ Vader buigt zich naar voren. ‘In het gedeelte van het regenwoud waar wij gaan wonen, komen geen krokodillen voor. Wisten jullie trouwens dat er indianen leven?’ Nicky kijkt op haar laptopscherm. ‘Daar heb ik over gelezen op internet. Ik zou best in een indianendorp rond willen lopen.’ ‘Dat zou zo maar kunnen gebeuren, Nicky,’ zegt vader geheim- zinnig. Nicky kijkt vader vragend aan. ‘Hoe bedoelt u?’ ‘Wacht maar af.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==