Onrust in Wittenberg

7 H O O F D S T U K 1 ‘Wat gebeurt daar nu?’ Else houdt haar hoofd schuin. ‘Wat een vreemd geluid.’ Ze gooit de bal naar de kegels, maar ze neemt niet de tijd om goed te richten. De houten bal komt zelfs niet in de buurt van de kegels te liggen. ‘Mooi! Ik heb gewonnen,’ roept Hans triomfantelijk. Hij steekt zijn armen in de lucht. Meestal wint Else, want zij is heel goed in kegelen. Maar zijn nichtje luistert niet naar hem. Ze is het klooster al binnen gerend. Hans loopt achter haar aan. De keuken is leeg. Ook in de grote eetzaal is nog niemand te zien. Dan zal Else wel naar boven zijn. Hans rent de brede, houten trap op. In de slaapkamer van zijn vader en moeder hoort hij stem- men. ‘Wat doet u, tante Käthe?’ Ah, daar is Else dus zo snel ge- bleven. Nieuwsgierig kijkt Hans om het hoekje.Wat een bende! De kast is omgevallen. Dat was dus de klap die ze net hoorden. Door de hele kamer verspreid liggen spullen. Kammetjes, kleding, maar ook een paar schalen. Die zijn in kleine stuk- ken gebroken. Zijn moeder probeert het grote houten ding weer overeind te zetten. Ze sjort aan de bovenkant. ‘Wat doet u, moeder?’ vraagt Hans. Hij heeft niet eens in de gaten dat hij precies dezelfde vraag als Else stelt.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==