Gedoe in de zoo

‘Jij slaapt in deze kamer.’ Nora wijst naar de deur recht voor hem. ‘Noud en ik slapen in een tweepersoonsbed. Leuk, hè?’ Lekker belangrijk. Het interesseert hem helemaal niks waar hij slaapt. Als ze hier maar wifi hebben. Snel pakt hij zijnmobiel uit zijn zak. Geen netwerken beschikbaar. ‘Nee!’ Ook dat nog. ‘Wat is er?’ Moeder komt geschrokken aanlopen. ‘Ben je iets vergeten?’ ‘Ze hebben niet eens wifi.’ ‘Daar had ik je toch al voor gewaarschuwd.’ ‘Ditwordt destomstevakantiedieweooit gehadhebben. Jullie wilden hier zo graag naartoe. Ik niet! Wat zei die vent ook alweer? Prachtigste plekje ... Lelijkste plekje zal hij bedoelen.’ ‘Mees, kun je nou niet ...’ ‘Nee! Nee! Nee! Ik kan niks ... Ik wil niks ... Alleen naar huis. Naar Thom en Milan. Ik mocht van de moeder van Milan komen logeren, maar dat wilden jullie niet. En nu zit ik hier. Lekker leuk. Maar niet heus. Het is hier saai. Ja, dat is het: saai! S! ... A! ... A! ... I!’ ‘En nu is het afgelopen!’ Mees heeft vader niet horen aankomen. ‘Het is ...’ Als hij de blik in de ogen van zijn vader ziet, houdt hij geschrok- ken zijn mond. ‘Het ishier saai.’ Vader knikt. ‘Datwetenwenuwel.Maar vanaf nudoe jenormaal. Moet ikdatwoord soms spellen voor je? Normaal! Is dat duidelijk? Jij gaat onze vakantie niet verknallen, omdat je eenpaar dagen zonderwifi zit.’ ‘Sorry.’ Mees staart voor zichuit. Hij zounogeenheleboel willen zeggen, maar hij durft niet. 11

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==