Gedoe in de zoo

Nu pas valt hem het bordje op, dat aan een houten paal is gespijkerd. Het is half onder de takken van een coni- feer verdwenen. Met blauwe letters is er ‘Guido’s Zoo’ op geverfd. Als dit bordje iets zegt over de dieren in het park, dan weet Mees genoeg. ‘Ik hoop dat we dat tweede huisje hebben.’ Nora wijst. ‘Daar staat een schommel in de tuin.’ ‘Nee, ik wil het eerste huisje,’ zegt Noud. ‘Jij hebt de zandbak zeker gezien.’ Moeder lacht. ‘We zul- len het snel weten, want ik denk dat daar de eigenaar aankomt.’ Mees draait zich om en kijkt vol verbazing naar de man die op hen af komt lopen. Het eerste dat hem opvalt, zijn de cowboyhoed en de grote wenkbrauwen van de man. ‘Jullie zijn familie De Bruin?’ De man haalt de donker- bruine cowboyhoed van zijn hoofd en knikt vriendelijk. ‘Welkom op het prachtigste plekje van de mooiste pro- vincievanNederland. IkbenGuidodePater, deeigenaar van het bungalowpark en de dierentuin.’ Hij geeft eerst vader en moeder een hand. Dan steekt hij zijn hand uit naar Noud. ‘Wie ben jij en hoe oud ben je?’ Noud kruipt verlegen tegen moeder aan. Vader lacht. ‘Onze jongste is duidelijk onder de indruk. Noud is zes jaar.’ ‘En ik ben Nora en ik ben acht,’ zegt Nora direct. ‘Mooi zo.’ Guido kijkt naar Mees. ‘Jij bent de oudste. Hoe heet jij?’ ‘Ik ben Mees en ik ben bijna twaalf.’ Guido wrijft tevreden in zijn handen. ‘Zes, acht en bijna twaalf. Jullie vinden het vast leuk om mij deze week een keer te helpen in de dierentuin. Ja? Mooi zo. Ik kan 8

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==