Gedoe in de zoo

- 1 - ‘Is het hier?’ Mees zit met zijn neus tegen de ruit van de auto. ‘Ik zie helemaal geen dieren.’ Vader wijst naar de tomtom. ‘Bestemming bereikt.’ ‘Volgensderoutebeschrijvingklopthetook.’Moederheeft een A4-tje in haar hand. Ze leest voor: ‘Aan uw rechter- hand is ons gezellige bungalowpark Klein Geluk, aan de linkerkant ziet u de ingang van Guido’s Zoo.’ ‘Bungalowpark is wel een beetje overdreven,’ vindt Mees. ‘Veel groter dan onze garage zijn de huisjes niet. Ze hebben toch wel wifi?’ ‘Zullen we eerst eens uitstappen?’ stelt moeder voor. ‘En over wifi heb ik in de folder niks gelezen, dus misschien ben je een paar dagen niet online.’ ‘Als dat zo is, dan ...’ ‘Kun je ook nog iets leuks zeggen?’ Vader is intussen uit- gestapt en gooit het portier met een klap dicht. ‘Hopelijk hebbenwehier inFrieslandeenpaar leukedagen,maar daar moeten we allemaal ons best voor doen. Jij dus ook.’ Hij kijkt Mees even doordringend aan. ‘Duidelijk?’ Meeskniktenstaptmeteenchagrijniggezichtuitdeauto. Hij had al helemaal geen zin om in de meivakantie een midweek weg te gaan en nu hij dit ziet ... Wat een saaie boel. ‘Klein Geluk’, wie verzint zo’n naam? Klein klopt wel, maar geluk ... ‘Klein Ongeluk’ is een betere naam. 7

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==