Fout

8 Langzaam loopt ze verder, op zoek naar haar vriendinnen. Ja, daar staan Yara en Simon, omringd door druk pratende klasgenoten. Ellemieke staat er ook bij. Lauren ziet dat ze een arm slaat om de schouders van Yara en haar vriendin iets in het oor fluistert. Even later zegt Simon blijkbaar iets grappigs, want er wordt hard gelachen. Aarzelend gaat Lauren bij de groep staan.Wat zou ze nu graag ook iets leuks zeggen, zodat ze haar ook zouden zien. Maar alle jongens lijken alleen maar aandacht te hebben voor Yara en Ellemieke. ‘We kwamen meneer Van Dieren nog tegen,’ vertelt Yara. Al pratend maakt ze allerlei armgebaren. ‘Die vroeg of we een tussenuur hadden.’ ‘En wat zeiden jullie toen?’ wil Ellemieke weten. ‘Dat meneer Van de Berg ons zomaar een tussenuur had ge- geven.’ ‘Zei je dat echt?’ Ellemieke kijkt haar vriendin vol bewonde- ring aan. ‘En toen?’ ‘Meneer Van Dieren schoot in de lach, hè Simon?’ Simon knikt. ‘Geniet ervan, zei hij. En toen liep hij weer verder.’ Lauren wil er net als haar klasgenoten hard om lachen, maar het lukt niet. Opnieuw vraagt ze zich af waarom ze ook niet iets leuks kan vertellen, zodat iedereen naar háár kijkt en luis- tert.Vinden de jongens haar daarom saai? Dan draait ze zich om en loopt weg. Even hoopt ze dat iemand haar roept, haar vraagt wat ze gaat doen. Maar tegelijk weet ze dat dit niet gebeurt.Waarschijnlijk heeft niemand in de gaten dat ze wegloopt. Buiten de aula is de drukte over. De meeste leerlingen zijn óf in de aula óf buiten.Toch voelt die stilte om haar heen ook niet goed. Ze bijt op haar lip. Huilen wil ze niet! Toch trilt haar lip. Snel loopt ze naar een toiletgroep en doet de deur achter zich dicht. Stelt ze zich nu aan? Ze gaat voor een spiegel staan en

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==