Smokkelaars in de mist

12 De volgendenacht verlaten tweemannenhet appartement. Ze stappen in een auto en rijden weg. Het Kartel was niet blij met het nieuws. Het leek henook beter als demannende komende tijdniet zouden smokkelen.Maar dezediamantenmoetenwel naarDuitslandwordengebracht.Het plandat dievorigeavond is besproken, is door het Kartel goedgekeurd. Een uur later rijdt de auto een straat in. Langs de kant van de weg staan bomen. Langzaam rijdt de auto door de straat. ‘Daar,’ fluistert Daniël. Zijn hartslag versnelt als hij het schip ziet liggen. ‘Cascade’ staat er opdeachterboeiing 2 .Debestuur- der zet de auto tussen de bomen neer en zet de motor uit. De mannen zakken onderuit en blijven een poos naar het schip kijken. De lichten in de woning en stuurhut zijn uit. Voor de woning en aan de autokraan branden TL-lampen. Nergens is er een levend wezen te bekennen. Na tienminutenkomt de bestuurder overeind. ‘Kom, we gaan.’ Meteen komen de mannen in beweging. De bestuurder stapt uit en opent de kofferbak. Daniël pakt er drie grote sporttas- sen uit. De bestuurder pakt de andere drie en sluit zachtjes de klep. In de schaduw van de bomen sluipen de mannen naar het schip. Het water klotst zacht tegen de oever en de bladeren ritselen in de wind. Geruisloos stapt Daniël aan boord. De witte deur van de voor- machinekamer valt direct op. Voorzichtigvoelt hij aandeklink. Dicht. Uit zijn zak haalt hij een sleutelbos met lopers. Na een paar minuten is de deur open. Hij laat de tassen op het dek staan en loopt naar binnen. Daar is het aardedonker. Hij knipt 2. Het rechtopstaand gedeelte van de scheepswand.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==