12
denk dat het wel meevalt.’
Opeens staat Luuk er ook bij. Tessa vermoedt dat hij hen van een
afstandje al in de gaten hield. ‘Ik ken iemand die in zijn vrije tijd
voor een prikkie fietsen opknapt.’
David knapt er helemaal van op. ‘Oké, waar woont-tie?’
Luuk geeft het adres en blijft er gezellig bij staan.
David zet zijn fiets weg en pakt een stoel. ‘Gaan we nu nog niet
beginnen?’
Tessa schiet in de lach. ‘Je begint weer praatjes te krijgen!’
‘Wat een planning! Een beetje tempo, voorzitter!’
‘Waarom ben je eigenlijk zo laat?’ vraagt Tessa.
‘Ik zit hier niet op school,’ weerlegt David.
‘Moest je soms naar je vriendinnetje?’ plaagt Jorinde.
David krijgt een kleur en heeft het ineens heel druk met zijn
veters. Om hem heen wordt het opvallend stil, vooral de meiden
kijken hem aandachtig aan.
‘Aha,’ merkt Paulien op. ‘Je hebt dus een vriendin.’
David herstelt zich snel en kan de meiden wel weer aan. ‘Jullie
zijn echt nieuwsgierig!’
‘Welnee, alleen maar geïnteresseerd,’ corrigeert Saskia.
‘Ik ook,’ knikt David naar Paulien. ‘Heb jij soms een vriend?’
Paulien is even van haar stuk gebracht, maar ze ontkent het niet.
Ineens staat zij in het middelpunt van de belangstelling. Nu is
het haar beurt om rood te worden.
‘Volgens mij heb jij iets te vertellen,’ grinnikt Alexander.
‘Heb je echt een vriend?’ zegt Jorinde verbaasd. ‘Dat had je ons
wel eens kunnen vertellen.’
Paulien, die meestal haar woordje klaar heeft, zwijgt nu in alle
talen. Ze is niet van plan om zich door de groep uit te laten horen.
‘Dat hoor je vanzelf.’
David kijkt zelfvoldaan rond. ‘Ziezo, die zit.’
1,2,3,4,5,6,7 9