8
Als Mees beneden komt, is mama broodjes aan het
smeren. Het ruikt ook al naar koffie in de keuken.
Papa loopt heen en weer naar de auto.
‘Ziezo,’ zegt hij dan, ‘alles zit erin. Zijn jullie er ook
klaar voor?’
‘Bijna,’ zegt mama. ‘We zullen eerst nog een broodje
eten.’
Tien minuten later zitten Eva en Mees in de auto.
Mama doet de voordeur op slot. Papa controleert
nog één keer of de caravan helemaal goed vastzit
achter de auto. Dan stappen papa en mama ook in.
Daar gaan ze!
‘Wij gaan naar Italië, Italië, Italië...’ zingt Mees.
Eva gaapt alweer. ‘Mees, houd alsjeblieft je mond,’
zegt ze.
Mama kijkt achterom, ze lacht. ‘Ja Mees, probeer nog
maar een dutje te doen.’
‘Ik ben niet moe,’ zegt Mees.
‘Maar ík wel,’ zegt Eva.
Dan wordt het stil in de auto.
Mees z’n ogen gaan zomaar een beetje dicht.
Mees wordt wakker als de auto stilstaat.
‘Zijn we al in Italië?’ vraagt hij.
Papa lacht. ‘Nee Mees, zo snel gaat dat niet. We zijn
bij oom Pieter en tante Ellen.’
Nu is Mees klaarwakker. Hij is nog eerder uit de auto
dan papa. De deur van het huis gaat open. Daar is
zijn neefje Tijn al. Hij heeft een rugzak bij zich en
sprint vrolijk naar buiten. Onder zijn arm draagt hij
een nieuwe voetbal.
1,2,3 5,6