10
Een grap
‘Stijn!’ roept mam.
Stijn rent de keuken in.
Zijn gezicht staat blij.
Vandaag is het feest.
Hij gaat naar de zoo.
‘Is dit genoeg brood?’ vraagt mam.
Ze heeft een zakje in haar hand.
Daarin zitten twee witte broodjes.
Stijn knikt.
Mama stopt het brood in Stijns rugtas.
‘Zit de snoep er in?’ vraagt Stijn.
‘Nee,’ zegt mam.
‘De snoep blijft thuis.
Dan heb ik ook wat.’
‘Wat?’ roept Stijn.
‘Dan heb ik niets in de bus.’
Mam lacht.
‘Ha ha, Stijn!
Het was een grap.
1,2,3,4,5 7