7
Weg duif.
Dat mag je niet doen.
Ik wil geen poep op mijn brief!
De duif trekt zich er niets van aan.
‘Roekoe. Roekoe,’ roept hij.
Stijn staart naar de brief.
De vlek is groot.
Er zijn letters weg.
Straks snapt mam de brief niet.
Vlug rent Stijn naar huis.
Ik ben Dof de duif.
Daar komt Stijn.
Wacht.
Ik maak een grap.
1,2 4,5,6,7