Pagina 7 - Koningskinderen

- 13 -
Moeder gaat een van de kamers binnen en doet de deur op slot. Zo kan er niemand binnenko-
men. In een hoek van de kamer knielt ze neer. Dat doet ze hier vaak. Dit is haar ‘binnenkamer’.
Zo noemt de Heere Jezus dat in de Bijbel. Daar vertelt ze alles aan de Heere. Alle blijde dingen,
maar ook alle verdrietige dingen.
Heere, U weet toch alles. U kunt toch alles. U weet hoe ik mijn lieve Willem moet laten gaan.
Maar wilt U voor hem zorgen? Wilt U geven dat hij vooral het allerbelangrijkste mag zoeken? En
niet alleen de dingen van deze wereld? Mag hij U leren kennen? Alleen om Jezus’ wil.’
Stil staat Juliana van Stolberg weer op. Er wacht nog veel werk vandaag. Eerst moet ze naar de
kruidentuin. Want een van de kinderen heeft een zere keel en moet veel hoesten. Daar heeft ze
een goed middel tegen. Dat maakt ze zelf van kruiden uit de tuin. Maar voor ze dat aan het kind
geeft, vraagt ze eerst of de Heere het wil zegenen. Want dat weet ze heel goed: als de Heere het
niet zegent, zal zelfs het beste middel niet helpen!