7
Hoofdstuk 1
Debbie loopt met haar volle weekendtas Mirja’s slaapkamer bin-
nen. Mirja gaat onverstoorbaar verder met het oppompen van
een luchtbed.
‘
Nou, ik ga maar weer, doei.’ Debbie draait zich om.
‘
Niks ervan,’ grinnikt Mirja. ‘Pomp jij maar verder, het wordt
jouw bed.’
‘
Jij bent daar zo goed in, ga jij maar door.’ Debbie gooit haar
weekendtas op de grond. ‘Eindelijk voorjaarsvakantie.’
Ze ploft op Mirja’s bed neer en staart naar het plafond. ‘Mir, ik
moet je iets leuks vertellen,’ fluistert ze geheimzinnig.
Mirja stopt met pompen. ‘Laat me raden: je hebt een uur gratis
shoppen gewonnen.’
‘
Mis.’
‘
Je gaat trouwen met Marijn,’ raadt Mirja verder.
Debbie maakt een afkeurend gebaar. ‘Hé, we hebben pas een paar
maanden verkering.’
Ze staat op en loopt naar het raam. Omdat Mirja op de zesde
verdieping van een flat woont, heeft ze een prachtig uitzicht over
de haven en de rivier. Ze draait zich om en zegt: ‘Niek is verliefd.’
‘
Op wie?’
‘
Toen ik door de stal liep, hoorde ik Niek tegen Steven zeggen dat
hij verliefd is. Ik heb niet gehoord op wie, maar ik denk op jou.’
