9
‘
Hé Luka, waar zit je? En waar is die behaarde hamster? Waarom
zit-ie niet in z’n hok?’
‘
Marco, we...’ Hij hijgt van de inspanning. ‘We hebben een klein
probleempje, tenminste…’
‘
Je hebt ’m toch niet laten ontsnappen, hè? En waarom bel je me
dan niet? Hoe lang is-tie al weg? Dat beest levert ons minstens
tienduizend euro op!’
‘
Ik weet het!’ roept Luka uit. ‘Ik loop niet voor niks al een paar uur
hier over de berg te dwalen met een pak hondenbrokken in mijn
hand. Ik ben bekaf!’
Even is het stil. ‘Kommaar naar dehut, ikhebeenbetereoplossing.’
Meteen daarna is de verbinding verbroken.
Het is nog een hele klim terug naar de hut, en als Luka na een
kwartier eindelijk boven aankomt, staat Marco hem buiten al op
te wachten. Marco moet moeite doen om te blijven staan, want
de herdershond aan de riem in zijn hand trekt en gromt van
enthousiasme.
‘
Kommee, Giovanni heeft het spoor al in z’n neus. We hebben ’m
zo gevonden.’
‘
Ga maar alleen. Ik ben op, man. Ik loop al uren over die berg te
dwalen.’
Marcoschudt overdrevenverbaasdzijnhoofd. ‘Jij hebt teveel achter
je toetsenbord gezeten. Het is maar goed dat ik weer eens wat echt
werk heb geregeld. Kommee!’
Marco klopt de herder op de hals. ‘Zoek, Giovanni, zoek!’ De hond
trekt nu nog harder aan de lijn en zijn baas loopt achter hem aan
de struiken in. Luka kijkt zijn maat na. Hij zakt neer op de oude
bank naast de voordeur.
Veel te snel piept zijn telefoon weer.
‘
Kom je nog?’ klinkt het in zijn oor. ‘Het spoor leidt naar de par-
keerplaats bij het restaurant. Kom daar naartoe.’
Luka haast zich naar beneden. Als hij bij het parkeerterrein komt,