8
’
F
2
G
Dag juf, tot morgen, roept Sam.
Ze pakt haar jas en haar tas.
Sam loopt het plein van de school op.
Hé, wat is dat nou?
Daar staat haar vader op het plein.
Ha pap, wat doet u nou hier?
Pap lacht en doet zijn armen wijd.
Ik kom je uit school halen.
Dat leek me een goed plan.
Sam geeft pap een knuffel.
Ik heb een geheim, zegt pap.
Vandaag kocht ik iets met mam.
Iets wat heel groot is.
Raad jij maar eens wat het is.
Sam kijkt naar haar vader.
Ze denkt goed na.
Wat is er groot?
Ik weet het, zegt ze.
Is het een paard?