Pagina 7 - Jacht

11
Nu is het alleen Tim die ‘Ha, lekker’ zegt.
Vader komt ook de keuken in. ‘Jullie zijn mooi op tijd!’ zegt hij
tevreden. ‘Leuk gefietst?’ Sil vertelt hoe ze ongeveer zijn gereden.
Vader knikt, hij kent de omgeving ook nog niet zo goed, maar hij
weet nu wel zo’n beetje waar ze geweest zijn.
Jullie moeten me na het eten nog even helpen,’ zegt hij.
Hè pa!’ protesteren de jongens. ‘Moet het echt?’
Ja natuurlijk,’ zegt vader ongeduldig. ‘Anders zou ik het toch niet
zeggen?’
Moeder grinnikt op de achtergrond, terwijl ze de macaroni afgiet.
Eten!’
Na het eten hoeven de jongens niet af te ruimen, zodat ze gelijk
vader kunnen helpen.
Op zolder met deze hitte!’ moppert Sil.
Het lijkt de flat wel,’ moppert Timmee.
Geen gezeur, jongens. Doorpakken! Ik heb geen zin omweken in
de verhuistroep te zitten. Jullie gaan die kast in elkaar zetten en ik
begin aan het logeerbed.’ Vader schuift hen een paar schroeven-
draaiers toe. De jongens trekken hun shirt uit en gaan aan de slag.
Omnegen uur zegt vader: ‘We nokken af. Het ismooi geweest voor
vandaag. We moeten ook om de buren denken.’
Dat vind ik ook,’ zegt Sil vlug. ‘Geen burengerucht.’
Moeder zet een schaal chips op de tuintafel en laat zich met een
zucht in een lege tuinstoel zakken. ‘Poehpoeh, wat een dag! Maar
we zijn ontzettend opgeschoten!’ zegt ze tevreden.
Vader beaamt het. ‘Als we zo doorgaan, zijn we voor het weekend
klaar!’
Als dat zou kunnen,’ zegtmoeder. ‘Dan...’ Zemaakt haar zinniet af.
Dan?’ zegt Tim.
Dan gaan we uit eten,’ zegt Sil.
Even blijft het stil, maar dan zegt vader: ‘Goed idee, Silas, maar op