Pagina 3 - Jacht

7
H o o f d s t u k 1
Bij die kruising daar moeten we op de kaart kijken.’
Goed plan!’
GelijktijdigstoppenTimenSil aandekant vanhet fietspad. Zevegen
met hunarmhet zweetwegdatmet druppeltjes vanhunvoorhoofd
loopt. Sil vouwt de kaart van de omgeving uit over zijn stuur.
Eens kijken, waar zijn we? Hoe heet deze weg, Tim?’
Tim loopt een paar meter in de richting van de kruising, terwijl Sil
zijn fiets vasthoudt. Tim tuurt naar het straatnaambordje.
Dit is de Bosweg en dat de Lange Straatweg,’ wijst hij.
Sil buigt zich weer over de kaart, Tim kijkt mee.
Hier komen we vandaan.’ Sils vinger wijst naar het dorpje Elke-
doorn, waar ze nog geen week geleden zijn komen wonen.
Dit is het heideveld dat we overgestoken zijn...’ vult Tim aan.
‘…
dus we moeten nu hier ergens zijn,’ maakt Sil de zin van zijn
tweelingbroer af.
Samen turen ze op de kaart en tegelijk zeggen ze: ‘Hier!’
Tjonge, dat is nog een mooi eindje terug,’ vindt Tim.
Best wel,’ is Sil het met hemeens. ‘Volgensmij staat daar verderop
bij die vlaggetjes een ijscokar. Ik trakteer op een ijsje. We bekijken
daar wel hoe we terug fietsen.’
Tim geeft hem plagend een duw. ‘Ik trakteer op een ijsje!’ hoont
hij. ‘Van het geld dat ma ons heeft meegegeven zeker. Zo kan ik
ook trakteren!’
Tim en Sil zetten hun fiets tegen een boom en slenteren naar de
ijscokar. Ze kunnen kiezen uit veel verschillende smaken.