De zadeldieven

7 Hoofdstuk 1 De keukendeur van de boerderij op manege De Driesprong zwaait open. ‘Waarom zit jij op het aanrecht?’ vraagt Niek als hij binnenstapt. ‘Jij zou de boxen van de pony’s toch uitmesten? Kom je?’ ‘Nee!’ Debbie bengelt met haar benen heen en weer. Naast haar staat de telefoon. ‘Straks komt er een paard voor het pension, weet je nog?’ zegt Niek. ‘Fijn voor je.’ ‘Het schijnt een nogal lastig paard te zijn.’ ‘Oh.’ ‘Een beetje enthousiaster graag.’ Niek loopt naar de koelkast en pakt een fles sinas. ‘Ik heb me daar een dorst, wat is het warm buiten.’ ‘Ik wacht op een telefoontje,’ mompelt Debbie. ‘Je verkering met Marijn is toch uit?’ ‘Ha, ha.’ ‘Is er iets?’ ‘Nee.’ ‘Heb je ruzie met je paardenvriendin, Mirja?’ ‘Hartsvriendin zul je bedoelen, nee.’ ‘Wil je ook een glas?’ vraagt Niek en houdt de fles sinas omhoog. ‘Ja, lekker.’ ‘Nu weet ik het.’ Niek schenkt het glas vol. ‘Je baalt ervan dat je

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==