Het zwaard van de woestijn

18 patrouilles in de buurt waren; een ander verlichtingspatroon gaf aan dat de kust veilig was. Omdat er geen haven was en de kust rotsachtig bleek, was het nodig een manier te bedenken om de immigranten van de smok- kelschepen aan land te brengen. De visserij vormde een goede dekmantel voor dit illegale werk. Tuvia en de anderen begeleidden de reddingsboten naar het strand. Aan de kust ontvingen mannen de immigranten in de branding en droegen hen op hun schouders naar het droge land. Een derde groep leidde de nieuwkomers over een tien meter hoge, steile kaap naar de sinaasappelboomgaar- den, waar vrachtwagens van het geheime Joodse leger stonden te wachten. Met de trucks werden de immigranten naar andere nederzettingen gebracht, waar ze onderdoken totdat ze van valse papieren waren voorzien. De meest gebruikte boomgaard was eigendom van een par- ticulier. Iedere keer dat de groep mensensmokkelaars door zijn boomgaard liep, stond hij tussen de bomen te wachten en vulde de handen van de nieuwkomers met rijp fruit. ‘Eet, kinderen, eet.’ Het smokkelen van de ‘illegalen’ was riskant, omdat de Brit- ten streng controleerden. De militairen wisten heel goed dat er ‘illegalen’ binnen gesmokkeld werden. Overdag verrichtten ze huiszoekingen, op jacht naar pas aangekomen immigranten zonder juiste papieren. ’s Nachts patrouilleerden Engelse vlieg- tuigen en boten. Iedereen die verdacht werd van betrokkenheid, verdween in de gevangenis. Strikte geheimhouding was daarom noodzakelijk. Dankzij die voorzichtigheid werden in de twee jaar dat de kibboets betrokken was bij de ontvangst van illegalen slechts twee schepen onderschept. Tijdens een van die smokkeltochten wachtte Leib Dorfman ’s nachts op de rotsen langs de kust tot het bootje met illegale immigranten uit zee opdook. ‘Baroech haba!’ begroette Leib de nieuwe bewoners van Palestina. ‘Welkom!’ Hij scheen met zijn

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==