Vast geloof

de nederlandse geloofsbelijdenis 1 januari Geloven Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt, en een bewijs der zaken die men niet ziet. (Hebreeën 11:1) Er zijn weer steeds meer mensen die ‘iets’ geloven. Dit geloven moet vooral een beetje vrijblijvend zijn. Iets wat goed voelt. Ook in de kerk merk je dit soms. Dat is niet goed. Wij zijn allemaal kinderen van de tijd. Een tijd van heel veel twijfel en onzekerheid. Als je stellig van iets overtuigd bent, moet je niet gelijk op heel veel medestanders rekenen. Toch spreekt het ‘weten’ van Gods Woord over absolute zekerheid. Het geloof is een vaste grond van de dingen die men hoopt en een bewijs van de zaken die men niet ziet. Vast geloof dus! De kerk van alle tijden kent de vastheid en de zekerheid van deze dingen. Dat is de kerk van de Heere Jezus. Hijzelf heeft Zijn gemeente geroepen en Hij leidt ze door Zijn Woord en Geest. De Heilige Geest alleen schenkt de vaste grond van het geloof. Dat is een werk van God dat onmisbaar is in jouw leven. Wij geloven diep in ons hart niet wat de Heere zegt. Wij denken dat het meevalt met onze zonde en Zijn toorn daarover. Maar we wantrouwen ook het aanbod van genade voor zondaren. Totdat God ingrijpt en je laat zien wie je bent. Daar, in de diepte van je zondige bestaan, begint het geloof. Je gelooft dat het waar is wat God zegt over de zonde, maar je krijgt ook hoop, omdat je van het Evangelie van Jezus gehoord hebt. Hij wil het jou ook leren. Voor het eerst en opnieuw. lezen: hebreeën 11:1-7 Wat spreekt jou het meest aan in dit bijbelgedeelte? inleiding

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==