Van hart tot hart

18 - Generaliseren. De melding is dat iemand later komt. Reactie van de ontvanger: ‘Die komt altijd te laat.’ - Vooroordelen. We gaan bij iemand op bezoek die tijdens een vorig contact nogal kritisch reageerde. ‘Nou, het zal wel weer zo zijn.’ - Wanneer u zich sterk identificeert met de ander, leidt dit tot foute interpretatie. - Wanneer u (onbewuste) gevoelens (bijvoorbeeld ergernis) toe- schrijft aan de ontvanger, is dit een vorm van projectie. De ontvan- ger van de boodschap probeert dan emoties van zichzelf te ontken- nen, te verbergen of te verdringen door deze toe te schrijven aan de gesprekspartner. Het is een goede inzet van de zender (ook voor de pastor of ouderling) om waarnemings- en interpretatiefouten te voorkomen. Het volgende kan daarbij helpen: - Bewust te zijn van het feit dat er foute bronnen kunnen zijn. - Aanwennen om te luisteren, te kijken en gegevens te verzamelen zonder interpretatie en oordeel. - Bewust te zijn van de fouten die u zelf geneigd bent te maken. Jong-zijn en communicatie In catechese, jeugdwerk en pastoraat hebben volwassenen te maken met kinderen en jonge mensen. Lang niet altijd realiseren volwasse- nen zich dat een goede communicatie belangrijk is voor de ontwikke- ling van het zelfbeeld. De aandacht en het soort aandacht die het kind krijgt, bepaalt of het zich veilig, aanvaard en gewaardeerd voelt. Oomkes wijst erop dat het zelfbeeld berust op communicatie, op de ontelbare boodschappen die het kind of de jongere krijgt. 5 Genegeerd worden is zo’n boodschap. Alle woordeloze communicatie houdt informatie in op betrekkingsni- veau. In de communicatie is er naast het inhoudsniveau altijd sprake van een betrekkingsniveau. Op dit niveau gaat het om de relatie: aanra- 5. Oomkes, Communicatieleer , hoofdstuk 1.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==