Effatha!

- 17 - en vernieuwt hun wil. Hij spreekt en het is er. De Heere maakt het oor in de herschepping zo, dat de zon- daar gaat horen. Hij opent het oog zo, dat de zondaar gaat zien. Een zien van God in Zijn algenoegzaamheid, van mijzelf inmijn vloekwaardigheid en van Jezus in Zijn dier- baarheid. Is dat in uw leven gebeurd? Dan wordt en blijft het je levensbede: Leer mij naar Uw wil te hand’len, ’k Zal dan in Uw waarheid wand’len; Neig mijn hart en voeg het saam Tot de vrees van Uwen Naam. Heer’, mijn God, ik zal U loven, Heffen ’t ganse hart naar boven; ’k Zal Uw Naam en majesteit Eren tot in eeuwigheid.  1 - de maker van het oor en de roeping

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==