Paspoort van het Koninkrijk

14 vanGod nabijgekomen is.De komst vanGods Koninkrijk onder- streepte de noodzaak van bekering. De doop van Johannes was een doop van bekering tot vergeving van zonden. Om de doop van Johannes te ontvangen, was belijdenis van zonden nodig. In de weg van bekering wordt vergeving van zonden ontvangen. Door de doop van Johannes te ontvangen, beleed men dat het behoren tot het volk van Israël niet genoeg was om het Konink- rijk van God binnen te gaan. Alleen door bekering en vergeving van zonden gaat men het Koninkrijk van God binnen. Deze werkelijkheid werd door de doop van Johannes gesymboli- seerd. Zijn doop stond in de context van het komende oordeel en redding van het oordeel door bekering. Jezus Zelf is door Johannes gedoopt, hoewel Hij geen bekering en vergeving van zonden nodig had. Op de tegenwerping van Johannes: ‘Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij?’ heeft Hij geantwoord: ‘Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtig- heid te vervullen’ (Mattheüs 3:14, 15). Het was de wil van God dat Zijn Zoon als Middelaar werd gedoopt. Jezus kwam om de zonden van anderen op zich te nemen. Johannes mocht daar al iets van verstaan, en heeft betuigd: ‘Zie, het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt!’ (Johannes 1:29). Het evangelie naar Markus begint met de doop van Jezus door Johannes en eindigt met het doopbevel van Jezus aan Zijn discipelen. 1 Zo wordt de samenhang onderstreept tussen de doop van Jezus ten behoeve van de Zijnen en de doop in Zijn Naam die de Zijnen ontvangen. Het is niet onmogelijk dat het evangelie naar Markus vooral met het oog op dooponderricht is geschreven. Hoe dan ook, het is zeker dat de evangeliën daarin 1. Het lange slot van Markus (Markus 16:9-20) komt niet voor in de codex Sinaïticus en de codex Vaticanus. Verreweg de meeste handschriften hebben dit slot wel.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==