De Zaligsprekingen

17 de mensen, en ook geschikt als het over een grote toeloop van hoorders ging. De gelegenheid Bij welke gelegenheid beklom Christus de berg? De scharen ziende. De mensen dromden samen om Christus te horen, en Hij wilde de menigte niet laten gaan zonder een preek. Nee, de schare ziende, is Hij geklommen op een berg. Jezus Christus is van de hemel gekomen om een werk voor zielen te doen. Hij koos hier voor een tijd Zijn woonplaats, en preken was Zijn bezigheid. De mensen konden er niet zo sterk naar verlangen om te horen als Hij ernaar ver- langde om te preken. Hij Die zwakke lichamen met medelijden bejegende, had nog veel méér medelijden met dode zielen. Het was Zijn ‘spijze en drank’ om de wil van Zijn Vader te doen (vgl. Joh. 4:34). En ziende de schare gaat Hij de berg op en preekt.Dat heeft Hij niet alleen gedaan omZijn hoorders te troosten,maar ook opdat Zijn dienaren Hem zouden navolgen. Dienaren des Woords moeten de gelegenheid waarnemen om te dienen Hierbij moeten we opmerken dat Christus’ dienaren volgens het voorbeeld van Christus elke gelegenheid moeten aangrijpen om aan zielen goed te doen. Bidden en preken en studeren moet ons werk zijn. Predik het Woord, houd aan tijdiglijk, ontijdiglijk (2 Tim. 4:2). Toen Petrus de schare zag, heeft hij het net uitgeworpen en in één trek drieduizend zielen gevangen (Hand. 2:41). Wat zijn in vroeger eeuwen Gods voorvechters vurig en ijverig geweest in het ver- richten van het werk in hun bediening, zoals we dat lezen van Chrysostomus 3 , Augustinus 4 , Basilius de Grote 5 , Calvijn, Bucer en anderen, die voor het werk van Christus ‘tot nabij de dood’ zijn geweest! De redenen waarom de dienaren van Christus - overeenkomstig Zijn voorbeeld - vol begeertemoeten zijn om alle gelegenheden te benutten om zielen te dienen, zijn: Ten eerste hun opdracht. God heeft hun als gezanten een taak toevertrouwd (2 Kor. 5:20). Nu weten we dat een gezant, een ambassadeur, wacht op een dag dat hij gehoord zal worden. Zodra die dag wordt vergund, brengt hij getrouw en onpartijdig de mening van zijn vorst over. Zo is het ook met de dienaren van Christus: aan hen is opdracht gegeven om voor zielen te onderhandelen en 3. Johannes Chrysostomus (ca. 345-407). Kerkleraar, patriarch van Constantinopel. 4. Aurelius Augustinus (354-430). Beroemd kerkleraar. 5. Basilius de Grote (ca. 329-379). Grieks kerkleraar. Stichter van het kloosterwezen in de Oosterse Kerk.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==