Een belijdend leven

- 18 - dat de Heere Zelf hen er met kracht toe brengt die keus te maken. Dan is hun volharden niet alleen een zaak van het verstand, maar ook van de genade. Het is een gebod, en tegelijkertijd een krachtig en werkzaam gebod van God, zoals in Genesis 1 vers 3: En God zeide: Daar zij licht, en daar werd licht. Het is een gebod dat in allen die Hem toebehoren uitwerkt wat het eist. Het is een gebod als dat in Numeri 16 vers 26, zoals hierboven aangehaald. Het haalde allen die niet met Dathan en Abiram verzwolgen zouden worden bij hun tenten vandaan. Dit gebod gaat voort, waar het Evangelie ook maar ver- kondigd wordt, en het zal voortgaan tot de laatste dag. Het is als een scherpe wind, die het kaf van het koren scheidt. Het haalt allen die bestemd zijn tot het eeuwige leven bij de tenten van de zonde vandaan, hoewel ande- ren erin blijven wonen. En dus: hoewel de wereldsgezinde mensen en de schijn- vromen, en allen die de Heere niet toebehoren steeds vastgehouden worden door de ene of de andere band van de zonde die nooit verbroken wordt, dan maakt toch dit krachtige woord de banden van alle zonde los. Het maakt scheiding tussen hen en hun zonden, en houdt hen ook gescheiden. Dat zijn degenen die Zijne zijn, verzegeld door het eerste zegel. Dat alles kan Gods krachtige woord doen, net als het de wereld ervoor bewaart om naar haar oorspronkelijke chaos terug te keren. Hebreeën 1 vers 3: ...en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht. Zo is het een zegel dat hen voor de afval bewaart. Vanuit dit gegeven kunnen we twee aandachtspunten voorstellen.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==