Van kind tot kind

17 met onze vaderen maar luisteren naar Gods onveranderlijkeWoord. Dit Woord is toch niet (tijd)gebonden? Geschiedenis Het is Gods zorgende hand over de kerk in ons vaderland, dat we het doopformulier nog steeds ongeschonden mogen hebben. Ondanks alles wat er in de loop der eeuwen tegenop gekomen is. De ontstaansgeschiedenis is kortweg de volgende. De samensteller (dus niet de schrijver!) is Petrus Datheen, de predikant die ons ook een psalmberijming heeft nagelaten. Hij was vanwege de vervolging uit ons land gevlucht naar de Palts in Duitsland, het gebied waar de Heidelbergse Catechismus is ontstaan. Bij de samenstelling van het doopformulier in 1566 zocht hij niet naar iets nieuws, maar hij wilde slechts de kern van de gereformeerde belijdenis in praktische kerkelijke zaken - zoals hij die daar breed Europees aantrof - aan de verdrukte kerk in ons vaderland doorgeven. Daarvoor gebruikte hij een liturgiebundel van de Palts, die onder invloed van Johannes Calvijn door Caspar Olevianus was samengesteld. Verder ontleende Datheen gedeelten aan de liturgie van de vluchtelingengemeenten in Londen en Straatsburg. Hij heeft dus uit verschillende bronnen geput. Hij wilde helemaal niet origineel zijn, maar zocht naar wat bijbels is. De lijn is globaal eigenlijk: Genève - de Palts - Londen - Nederland. Het doopformulier is in 1574 door de Synode van Dordrecht bekort en aanbevolen. Het heeft de eeuwen getrotseerd. Laten wij er toch ook zuinig op zijn en er zorg voor dragen dat wij het niet kwijtraken door onbekendheid. Indeling Het doopformulier bestaat uit twee onderdelen: een onderwijzend deel (r. 1-66) en een liturgisch deel (r. 67-133). In het eerste deel wordt onderwijs gegeven vanuit GodsWoord, in deel twee volgt de orde van dienst voor de doopplechtigheid. Beide onderdelen bevatten ongeveer de helft van het totale aantal regels.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==