De Geestelijke Pelgrim

23 En wat heeft zijn levenseinde ook zijn leven bevestigd. We weten wel, dat niet al Gods kinderen even ruim sterven. We hebben weleens bij sterfbedden gestaan van mensen die rijke genade in hun leven hadden gekend en die toch soms zo donker zijn afgereisd. Dat kan weleens een raadselachtig handelen des Heeren zijn. Ook daarin vergist Zich de Heere niet. Maar het sterven van Bunyan is toch ook een krachtige prediking van de rijke genade, waarin hij overvloedig heeft gedeeld en waarvan hij zulk een ootmoedig getuige is geweest. Hoe betekenisvol is zulk een nauw leven in de vreze Gods. Onder de ouden placht men weleens te zeggen: Een nauw leven, een nauwgezet leven, dat geeft een ruim sterven. Nu zeggen we niet, dat dat in het leven van een ieder opgaat, maar toch wordt het nog weleens beves- tigd. Nauwgezet leven in de vreze des Heeren. Het kan en wordt ook menigmaal met zulk een ruim sterven bevestigd. Althans zo is het in Bunyans leven gegaan. Voor hem is het waar geworden: De poort van de stad, waar hij het aangezicht door Gods genade heeft mogen heen wenden, zag hij voor zich persoonlijk ontsloten. Hij mocht in het gezelschap van de zaligen ingaan. ‘Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht! Over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal Ik u zetten; ga in, in de vreugde uws Heeren.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==