Onder vuur

7 - 1 - dinsdagmiddag 5 september 1944 ‘Evert, weet jij waar we zijn?’ vraagt de meester. Zijn stem klinkt ongeduldig. Evert kijkt snel naar het boek van zijn broertje. De vinger van Gerrit wijst ergens in het midden van de bladzijde, maar Evert is vergeten om te slaan. Deze keer kan zijn broertje hem niet redden. Niemand durft te lachen, maar hij ziet best de spottende ogen van de kinderen die achterom kijken. Vooral die van zijn zusje, twee banken voor hem. De enige die zich niet heeft omgedraaid, is Anne-Co. Ze is de beste vriendin van zijn zusje, maar heel anders dan Janna. Een tijdje geleden had Anne-Co het voor hem opgenomen toen hij gevochten had met rooie Hans. Ze had haar vinger opgestoken en vertelde met een vuurrode blos op haar wan- gen dat Hans Evert had uitgedaagd. En dat hij dat vaker deed omdat hij weet dat Evert dan boos wordt. Hij was er toen met een standje van afgekomen en rooie Hans had straf gehad. Maar aan de gefronste wenkbrauwen van de meester te zien, komt hij er deze keer niet zo makkelijk van af. ‘Blijf straks na schooltijd maar even na. Dit is nu al de twee- de keer vanochtend dat je niet oplet,’ zegt de meester. Hij kijkt hem streng aan over zijn ronde brilletje en knipt met

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==