Jozef is, naar het Woord van de Heere, gelouterd. Hij is toegerust om de plaats in te nemen waartoe God hem geroepen heeft. Onderkoning van Egypte is hij geworden. Gods bedoeling is dat hij op die plaats Gods volk in leven zal houden. Daarop is zijn handelen gericht, ook in het omgaan met zijn broers. Jozef neemt op hen geen wraak, maar handelt als dienaar van God: gericht op hun behoud. Zelfs zijn bevel met betrekking tot zijn beenderen past bij het dienen in Gods opdracht.

In dit tweede deel over Jozef zien we heel duidelijk Jozef als een type van Christus. Hij is de behouder van het volk. Tegelijk biedt dit deel praktisch onderwijs voor het geestelijke leven.

In dit boek richt de auteur zich op zowel oudere als jongere lezers. De vragen bij elk hoofdstuk zijn bedoeld om het gesprek in vereniging en studiegroep op gang te helpen.