9789033131011

20 1 . w a t i s d e k e r k ? oorsprong Griekse woord betekent eigenlijk ‘vergadering’, evenals het Aramese woord waarvan het de weergave is. In hetNieuweTestament wordt voor de gemeente desHeeren het Grieksewoord ekklèsia gebruikt.Dit woord is afgeleid van ‘ek’ en ‘kaleo’ en duidt de vergadering aan van vrije burgers in de Griekse stadstaten, waar men door een heraut ‘uit’ de huizen ‘geroepen’ werd naar de agora (openbaar plein). Doordat ekklèsia in de Septuaginta (de Griekse vertaling van het Oude Testament die tussen circa 250 en 100 v. Chr. werd gemaakt) meestal de vertaling was van qahal, kreeg het gewone woord een bijbelse inhoud. Het woord ekklèsia is in het Nieuwe Testament meestal de aanduiding van een kring van gelovigen in Christus die op een bepaalde plaats bijeenvergaderd is (Hand. 5:11; 11:26; 1 Kor. 11:18). Soms wordt ermee gedoeld op een bepaalde huisgemeente (Rom. 16:23; 1Kor. 16:19; Kol. 4:15). Eenmaal wordt een bepaalde groep van gemeenten ermee bedoeld (Hand. 9:31). Soms wordt geduid op het totaal van de gemeenten op de aarde (1Kor. 10:32; 11:22; 12:28).Ten slottewordt het woord ekklèsia ook gebruikt om het gehele lichaam van Christus, het deel op de aarde en het deel in de hemel, aan te duiden (Ef. 1:22; 3:10, 21). Hoe het begrip ekklèsia ook wordt gebruikt, duidelijk is dat het gaat om de openbaring van het lichaam van Christus, of dat nu een plaatselijke gemeente betreft of het geheel van de gemeenten. De Kerk is een vergadering van ware christgelovigen. Een vergadering met een organisatie, met wezenlijke kenmer- ken. Het wezen van de Kerk ligt in de onzichtbare, geestelijke gemeenschap van de gelovigenmet Christus en onderling.Die Kerk heeft echter ook een zichtbare gestalte. 1.2. Hoe en waar openbaart die kerk zich? De kerk doet zich aan ons voor als een gemeenschap van mensen. Wij kennen haar echter uit de Schrift als de gemeente Gods en de gemeente van Christus. De Kerk is dus een geloofszaak. Zo zegt het Apostolicum het: Ik geloof een heilige, algemene, christelijke Kerk. Daarom heeft de Kerk haar ontstaan niet te danken aan een menselijk initiatief en haar voortbestaan niet aan menselijke trouw. De Kerk is Gods werk. Calvijn meent dat de Schrift op tweeërlei wijze over de kerk spreekt. ‘De Kerk voor Gods aangezicht’ (coram Deo) en ‘de kerk die ten aan- zien van de mensen kerk is’ zijn als twee aspecten van de kerk te beschouwen. Gewoonlijk duiden we de ‘kerk voor Gods aangezicht’ aan met een hoofdletter: de Kerk, en de kerk die ten aanzien van mensen kerk is, met een kleine letter:

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==