9789033131004

17 Daar zit Jezus bij de fontein, vermoeid. Maar het is Zijn spijze om de wil van Zijn Vader te doen, en Zijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Jezus dan, vermoeid van de reis, zit daar bij de fontein en Hij begeert water. Het is twaalf uur op de dag. Een merkwaardige tijd om water te komen putten. Dat deden de mensen soms ’s och- tends, maar meestal ’s avonds. Zeker niet als de zon op het hoogst stond en het de warmste uren van de dag waren. Dan kwamen ze niet, uitzonderingen daargelaten. En nu is de vrouw die we in Johannes 4 ontmoeten, zo’n uitzon- dering.Waarom? Zij is een vrouwdie blijkbaar niet veel gemeenschap meer heeft met haar dorpsgenoten. Waarschijnlijk is het een vrouw die zo weinig mogelijk mensen wil ontmoeten, want haar verleden getuigt tegen haar. Daarom gaat ze op een tijdstip naar die water- fontein dat ze geen mens hoeft te zien. Maar er is nog iets. Christus sprak tot de Joden: ‘Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen’ (Joh. 6:37).Hemwacht Middelaarsarbeid. Er komt er een die Hem van Zijn Vader gegeven is, voor wie Hij de prijs zal gaan betalen. Die komt straks tot Hem. Jezus’ vermoeidheid is niet de enige redenwaaromHij daar zit.Hem wacht ook Goddelijke arbeid. Wat geloven wij van de voorzienigheid Gods? Dat die over ons allemaal gaat.Gods bijzondere voorzienigheid gaat over allemensen. Nooit vergeten! Waar het Zijn verkorenen betreft, gaat een zeer

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==