9789033130991

16 voor een deel afzonderlijk en verspreid verschenen en lastig te verkrijgen. Omdat de inhoud ervan naar ons oordeel nog altijd van grote waarde is, zijn ze door Hendries Boele uit de oude uitgaven verzameld en mij digitaal ter hand gesteld. Het zijn deze teksten die ik, naar ik hoop, in toegankelijk Ne- derlands heb hertaald,met raadpleging van de oorspronkelijke Duitse versie, voor zover die beschikbaar was. Wiemet de lectuur vanKohlbrugge vertrouwd is, heeft de ervaring opgedaan dat het in zijn preken wemelt van Bijbelteksten en toespelingen daarop. De Bijbelvertaling die in Elberfeld op zijn bureau en kansel lag, was die van Lu- ther.Het is deze Luthervertaling die hij, naar gewoonte, ook aanwendde toen hij déze preken hield. In de hertaling heb ik deze gewoonte gerespecteerd en de Luthervertaling zoveel mogelijk gehandhaafd. De rangschikking van dit twaalftal is chronologisch, te beginnen bij een vroege preek uit 1846, om te eindigen bij preken uit 1870. Wat uit deze volgorde blijkt, is dat Kohlbrugge’s prediking in die kwarteeuw geen we- zenlijke wijziging heeft ondergaan. Hoogstens zou men kunnen signaleren dat toon en timbre milder zijn geworden. In zijn vroegste Elberfeldse pre- ken (1833) klonk die smalende uitval aan het adres van lieden die met hun ‘heiligmakingskrukken’ de berg Sion dachten te bedwingen, even bruusk als provocerend. Wellicht heeft hij in de voortgang van zijn pastorale praktijk meer oog gekregen voor het misbruik waartoe zijn radicaliteit zou kunnen leiden. Hoe het ook zij, bij het ouder worden klinkt zijn stem gedempter en zijn boodschap behoedzamer. Meer priesterlijk wellicht. De profeet leerde van de pastor, om met Noordmans te spreken. Maar de grondtoon blijft ook in 1870 dezelfde: ‘Wat blijft er voor u over, arme kruiper op weg naar de hemel? Waar gerechtigheid komt, daar was tevoren goddeloosheid. Als u gerechtigheidwordt toegerekend, dan is er geenwerk, geen verdienste.Waar geschonkenwordt, daar geldt enkel genade en gave. En ik zeg u, dat eenmens niet zó diep in schuld en verlegenheid kan verkeren, dat hij geen almachtige God en Ontfermer zou hebben.’ Dat is Kohlbrugge, ten voeten uit. Waddinxveen, december 2020 A. de Reuver

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==