9789033130977

18 daarna naar Den Haag vervoerd. Daar heeft hij nog achttien maanden in gevangenschap doorgebracht. Claas weigerde, ondanks onmenselijke martelingen, de naam te noemen van de persoon die zijn kind gedoopt had. Toen men hemweer eens vroeg of hij het nog niet wilde zeggen, antwoordde hij ‘dat hij zijnmedebroeders en naasten niet in zulk een toestandwilde brengen als waarin hij verkeerde.’ Na dit antwoord begon men hem opnieuw ‘op onverdraaglijke wijze’ te martelen. De Heere sterkte hem echter onder dit alles. Ze zouden hem eerder tot de dood toe gepijnigd hebben voordat hij ‘iemand van de burgers wilde verklappen.’ De Heere zorgde er ook voor dat zijn gemartelde leden in korte tijd weer zover hersteld waren, dat hij deze weer kon gebruiken. Zijn vrouw en zijn vrienden hadden gehoord dat hij zo gepijnigd was en waren daarover heel bedroefd. Toen ze hem kwamen bezoeken, zei hij dat als de Heere hem uit de gevangenis verloste, ‘hij wel weer spoedig zou kunnen schoenmaken, terwijl hij de beide armen uitstrekte.’ Maar ‘de Heere,Die alles regeert, beschikte dit anders, enwilde hem tot een getuige der waarheid gebruiken, daar hij kort daarna ter dood werd veroordeeld.’ 2 Voor onze enige en lieve dochter In het testament dat Claas Cornelisz. zijn vrouw en enig kind naliet ‘tot een gedachtenis’, lezen we het volgende: ‘Aangezien de Heilige Schrift mij leert dat de ouders voor hun kinderen schatten vergaderen, word ik ook door het gebed om de Goddelijke zorg

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==