9789033130939

16 de beproevingen van Zijn volgelingen kunnen delen. Hij werd vrijwillig eenMan van smarten, en zo moeten ook wij in zekere zin het pad gaan dat Hij ging om deelgenoot van Christus’ lij- den te zijn en met Hem overeen te stemmen. Deze eenheid en overeenstemming kan er alleen zijn als er onderlingmeeleven is. De gemeente des Heeren moet een lijdende en kruis-dragende gemeente zijn. We hebben dus gezien dat de Heere door Zijn eigen gehoor- zaamheid het lijden heiligde, en dat al Zijn volgelingen gemeen- schap in het lijden met Hem moeten hebben als zij aan Hem gelijk willen worden. De apostel Paulus noemt dit zelfs een voorrecht, want hij zegt: ‘U is uit genade gegeven in de zaak van Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden’ (Filipp. 1:29). Petrus beschouwt het als een deel van onze roeping, want hij zegt: ‘Hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen’ (1 Petr. 2:21). Gelukkig is hij die temidden van de beproevingGods leiding als een genadige leiding heeft leren erkennen enwaarderen.Het is immers genade van God voor onze ziel om dezelfde beker te drinken die Christus dronk, het kruis mee te dragen dat Hij droeg, en enigszins de weg te gaan die Hij tot een voleinding bracht. Dat is een voorrecht waarin de engelen niet delen. Zij weten niet wat het is ommet Christus te lijden en aan Zijn dood gelijkvormig gemaakt te worden. Dat is alleen weggelegd voor de gelovige in Christus. Dat is zijn roeping én zijn voorrecht.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==