9789033130878

- 16 - in het Evangelie aanbiedt, als u alle andere minnaars hebt laten varen en Hem in al Zijn ambten hebt aangenomen, met een blik daarop dat u van de schuld bevrijd bent, van de macht en de besmetting van de zonde – dan is alles goed. Hij heeft immers in Johannes 6 vers 37 gezegd: ‘Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen, en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.’ Als u Hem bezit als de hoogste weldaad van het verbond, dan hebt u alles. 2 Ko- rinthe 1 vers 20: ‘Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen, Gode tot heer- lijkheid door ons.’ Verder kunnen we leren dat het de ware wijsheid is om te leven door het geloof in de belofte van God, welke storm er ookwaait. 2 Korinthe 5 vers 7: ‘Want wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen.’ U moet met stormen rekening houden. Nooit is er een in een schip geweest, behalve de Mens Christus, bij wie de duivel er méér op uit was om die te verdrinken dan dat hij dit zou doen bij Paulus op dit ogenblik. Paulus steunde echter, zelfs toen hij op de onstuimige zee was, op de belofte van God, ter- wijl de overigen hevig ontsteld waren. De satan was niet zozeer tegen hen. Ongeloof en ontmoediging kunnen in geen enkel geval nuttig zijn. Het is goed om te geloven, of we nu heen en weer geslingerd worden door een storm van razende verdorvenheid, zoals het staat in Psalm 65 vers 4, of door een krachtige verzoeking, zoals in Lukas 22 vers 31 en 32, een zware aanvechting, zoals in Psalm 27 vers 13 of van verlatenheid, zoals in Psalm 22 vers 2. Tot zover wat de samenhang betreft. In de tekst zegt Paulus duidelijk tot de bemanning van

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==