9789033130823

12 met het mens-zijn en met de vloek ervan. Hij kwam om van die vloek te verlossen en die weg te nemen.Wanneer wij de handen zien die het heelal hebben gebouwd, en dan zien dat die handen aardse woningen voor de mens bouwen, die een balk rechthoekig maakt, de zaag hanteert, aan het schaven is, spijkers inslaat, een raamwerk construeert en opricht, dan zien we Hem zoals Hij persoonlijk de bitterheid van dit deel van de vloek smaakt die werd opgelegd:‘In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten.’ Hieruit leren wij dat de nederigheid van de geboorte en de bescheidenheid van het handwerk geen oneer betekenen voor degene die mogelijk in deze toestand verkeert.Die dingen werden vaak gevonden in verbondenheid met de ware grootheid van het karakter, een groot toegewijd-zijn aan God, in edele en nuttige daden voor de mens. God, bij Wie geen aanzien des persoons is, ziet met een heel onderscheiden blik op de uitwendige staat en toestand van de mens, en die blik verschilt heel sterk van die waarmee de wereld daarop ziet. U vraagt om het bewijs daarvan. Zie de vleesgeworden Zoon van God. In plaats van dat Hij een vorstin als Zijn moeder en een paleis voor Zijn geboorte verkoos – wat Hij had kunnen doen – zie: Zijn vermeende vader is een timmerman, en Zijn moeder, hoewel van koninklijke afkomst, is op de dag van haar reiniging te arm dan dat zij iets zal offeren

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==