9789033130779

9 1. A an de vreemdelingen Petrus, een apostel van Jezus Christus, aan de uitverkoren vreemdelingen, verstrooid in Pontus, Galatië, Cappadocië, Azië en Bithynië. 1 Petrus 1:1 Petrus, een apostel van Jezus Christus ... De apostel Petrus is de afzender van deze brief, waarin hij eerst zijn ambt hoog verheft en roemt. Hij zegt dat hij een apostel of gezant is, niet van een koning of keizer op aarde, maar van Jezus Christus, Die Heere is over alles en allen (zie Han- delingen 10:36 vv). Petrus gebruikt deze heerlijke titel niet omwille van zichzelf, maar allermeest omdat hij daarmee wil laten zien, dat hij niet uit eigen keuze of vermetelheid, ook niet op aanraden van mensen, zich in dit hoge ambt heeft inge- drongen. In plaats daarvan is hij zonder tussenkomst vanmensen daartoe bestemd en geroepen door Christus, de Heere, Zelf. Verder moet iedereen er hierdoor zeker van zijn dat Petrus’ prediking of lering, net als die van de andere apostelen, Gods Woord is. Zodat wie hem hoort en zijn getuigenis gelooft, Hem hoort van Wie hij een boodschapper of gezant is – deze mens wordt zalig! Wie hem echter veracht, die veracht Hem Die hem gezonden heeft (zie Mattheüs 10:40). Zo laat hij numet dezewoorden: ‘Petrus, een apostel van Jezus Christus’, in het kort zien,dat aanhemhet ambt is bevolenominde helewereld te verkondigen: vergeving van zonden, verlossing van de dood, rechtvaardiging, leven en zaligheid (Markus 16:15). Dit echter niet door de wet van Mozes, veel minder nog door geboden van mensen,werken, eigengerechtigheid, verdienste, enzovoort.Maar alleendoor Jezus Christus, Die daartoe van eeuwigheid is verordend, en over Wie door alle profeten is verkondigd, dat Hij de kop van de slang zal vertreden en alle geslachten op aarde van de vloek zal verlossen. Petrus veroordeelt hier dus al spoedig in deze brief alle mogelijke leringen die ons van deze Zaligmaker, Jezus Christus, afhouden en ons een andere manier aanwijzen om voor God rechtvaardig en zalig te worden. Dat houdt dan tegelijk in, dat allen die zulke dingen leren, geen apostelen vanChristus, maar apostelen van de satan zijn – het maakt niet uit hoe ze heten of wie ze zijn. ... aan de uitverkoren vreemdelingen ... Dit is het adres van de brief, waarin wordt aangewezen aan wie Petrus deze brief heeft geschreven. Namelijk aan de heidenen die in deze landen, die hier met name worden genoemd, hebben gewoond. Zij waren door de prediking van het Evan-