9789033130748

24 wereld bestemd te zijn. Daar komt de cholera in ons vaderland. Daar horen en zien wij van kranken en stervenden. De stemkomt tot ons: Morgen zijt gij misschien ook al in de eeuwigheid. Daar worden wij wakker uit de bedwelmingen dezes levens. Wij gevoelen, dat het behoud onzes vaderlands, hoe dierbaar, toch niet genoeg is. Dat onze zielen daarbij verloren konden gaan, en wij wat meer nodig hebben om gerust en gelukkig te zijn. Ontwaakt gij die slaapt! De dood dreigt, de eeuwigheid nadert! Gevoelt en beseft het, o mens! dat gij sterfelijk en onsterfelijk zijt.’ Indringende vragen De predikant vroeg zijn lezers ernstig af hoe het vanbinnen gesteld was.Want ‘de cholera is een stemvanGod, omnaar binnen te keren’. ‘Hoe staat het met uw hart voor God en met de gronden uwer hope voor de eeuwigheid? Zijt gij bereid omde dood te ondergaan en voor de rechterstoel van Christus te verschijnen? Wat de mens zaait, dat zal hij maaien. Zijt gij verzoend met God, door het geloof in den Heere Jezus Christus? Hebt gij u aanvankelijk en in waarheid tot Hembekeerd? Is uwhart voor Hemgewonnen? Zijt gij slechts chris- tenbelijder of inderdaad een christen, die den Heere Jezus liefhebt, en u oprecht en geheel aan Zijne dienst verbonden hebt? Dit is de hoofdzaak bij de dood en bij de gewichtige overstap in de eeuwig- heid. Dat ijdele en losse hopen op Gods barmhartigheid, dat dienen van God en de wereld, dat uiterlijke naamchristendom, terwijl het hart ver van God en de Zaligmaker verwijderd leeft, kan ons geen gerustheid inboezemen.Daarmede zoudenwij, in de weegschaal des hemels gewogen, te licht bevondenworden. De zaak is te gewichtig, omons voor een nimmer eindigende eeuwigheid op een bedrieglijke grond of op eenonzeker misschien tewagen. In de toekomendewereld waar wij henen gaan helpen geen verschoningen noch uitvluchten, geen rijkdommen of aanzien dezer aarde. Daar baten ons geen