9789033130748

23 maar van uw enmijn leven. En, hetgeen die gedachte nog plechtiger maakt, het wellicht binnenkort ophouden van de tijd der genade en der voorbereiding, en onze lotsbeslissing voor de eeuwigheid.’ Ds. De Vries riep ernstig op om de roepstem die van de uitbraak van deze ziekte uitging ter harte te nemen. ‘Maar die stem moet dan ook gehoord en ter harte genomen worden. Anders zal zij ons oordeel verzwaren, ons ongeluk vergroten, ons verderf verhaasten. Als wij zulk een krachtige stemgeen ingang verlenen, wat zou er dan meerder aan ons kunnen geschieden? O! mijn vaderland! Wij zijn nu nog in de hand des Heeren gevallen, Wiens barmhartigheden vele zijn. Maar wat zou het zijn, indien Hij ons in de handen der boze en onmeedogende mensen deed vallen? Ook van die zijde zouden ons, indien de Heere het niet verhoedt, geduchte dingen kunnen over- komen. De cholera zou de kracht van ons leger kunnen verlammen en het gevaar voor de veiligheid van ons vaderland groter maken dan te voren. Maar ook voor u die dit leest of voor mij zou het wel de laatste roepstem kunnen zijn die, om het bloed des kruises, van den troon der genade tot ons gezonden werd. En wat, wat zou het zijn, indien wij dezelve weigerden te horen en de deur voor altijd werd toegesloten?’ De Rotterdamse predikant zag de cholera als de ‘stem van God, om ons op te wekken uit onzen slaap’. ‘Ja,mijne landgenoten!Wij waren in een diepe slaap van zorgeloosheid vervallen. De zorgvuldigheden, de bemoeiingen en de genietingen dezes levens hadden het hart in- genomen. De geestelijke en eeuwige dingen waren ver uit het oog. Het was zo doods en koud in de gemeenten, in de huizen en harten. Het heil en belang der zielen en der eeuwige behoudenis had zo weinig gewicht.Het waren de nieuwstijdingen van de dag, de bezig- heden van ons beroep, de genoegens en de uitspanningen van deze aarde, welke onze gedachten, onze gesprekken, onze belangstelling zo geheel tot zich trokken, dat wij bijna vergaten voor een hogere

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==