9789033130731

11 – 1 – D e gemeente van E feze en de liefde van C hristus Preek over Openbaring 2 : 4 en 5 Zingen: Psalm 139:1 en 14 Lezen: Openbaring 1:13-2:7 Zingen: Psalm 42:2 en 3 Zingen: Psalm 73:12 Zingen: Psalm 25:7 Gemeente, De apostel Johannes is onder het bewind van de Romeinse keizer Domitianus uit Efeze verbannen naar het kleine eiland Patmos in de Egeïsche Zee, voor de kust van het huidige Turkije. Daar op Patmos spreekt de Heere tot hem op de eerste dag der week, de dag van de opstanding van de Heere Jezus Christus. EnHij spreekt vol majesteit.We lezen in vers 11 van het ons voorgelezen hoofdstuk: ‘Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste; en: Hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek, en zend het aan de zeven gemeenten die in Azië zijn, namelijk tot Efeze, tot Smyrna, tot Pergamus, tot Thyatira, tot Sardis, tot Filadelfia en tot Laodicéa.’ Als Johannes zich omkeert bij het horen van deze stem als van een bazuin, ziet hij de Zoon des mensen in Zijn onuitsprekelijke heerlijk- heid en majesteit tussen zeven gouden kandelaren, terwijl hij zeven sterren in Zijn rechterhand houdt. In vers 20 van het eerste hoofdstuk verklaart de Heere Zelf aan Johannes de betekenis van wat hij heeft gezien. De zeven sterren zijn de engelen der zeven gemeenten en de zeven kandelaren die gij gezien hebt, zijn de zeven gemeenten.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==