9789033130731

15 eigenmachteloosheid zien, hun gebrek aan kracht enhunonbekwaam- heid. Ze moeten niet moedeloos worden als ze de dreiging zien van anti-christelijke machten in deze wereld. Laat hun oog toch geslagen zijn op de verhoogde Christus, Die deze wereld in het algemeen en Zijn kerk en Zijn kinderen in het bijzonder regeert. De zorg van de Heere Jezus geldt echter niet alleen de dienaren van het Evangelie, maar die geldt ook voor elke gemeente afzonderlijk. Christus zegt in het eerste vers immers van Zichzelf: ‘Die in het mid- den der zeven gouden kandelaren wandelt.’ Gemeente,weweten allemaal dat we al wandelend in alle rust aandacht kunnen geven aan de omgeving. En zo, zó is de omgang van de Heere Jezus Christus met Zijn kerk. Hij gaat met Zijn gemeente in en uit. Het welzijn van die gemeente gaat Hemaltijd ter harte.Nooit verliest Hij Zijn kerk uit het oog. ‘En zie, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld.’ Ik ben met ulieden, welk karakter zo’n dag ook mag hebben. Of het een dag is van voorspoed of van tegenspoed, of het een dag is van innerlijke vreugde of van felle vervolging, ‘Ik ben met ulieden’. Wat een rijke troost is dat wandelen van Christus tussen de zeven kandelaren! Wat een bemoediging voor de gemeente van Efeze, die omgeven is door uitingen van heidendom. DeRomeinen noemdenEfeze het licht vanAsia.Maar inwerkelijkheid was het helemaal geen lichtstad. Inwerkelijkheid was het een stad vol geestelijke duisternis,waarin de goddeloosheid en de ongerechtigheid zich vermenigvuldigden. Daarom zou Paulus ook zeggen in de brief aan de Efeziërs: ‘Eertijds waart gij duisternis, maar nu zijt gij licht in de Heere.’ Gemeente, latenwij ons maar niet boven die heidense Efeziërs verhef- fen, want ook wij, óók wij liggen dood in de zonden en de misdaden. Ook ons bedorven bestaan vindt zoveel aansluiting bij alles wat de moderne wereld te bieden heeft. Het is genade als je erachter komt. Jongemensen, kwam je er al achter dat de wereld niets te bieden heeft dan een stukje schijnschoon? Ouderen, kwamen we er al achter dat