Dan zingen zij in God verblijd.indd

20 telde oom Jo hoe het Evangelie van Gods genade in Christus voor hem betekenis had gekregen. De man in het zwart reageerde daarop steeds in de taal van de gezelschappen. Vertelde oom Jo iets, dan plakte de man er een gezelschapsuitdrukking op. Ik herinner mij die ontmoeting nog altijd.Wat zo bijzondermooi was, dat was dat noch deze gezelschapsman noch oom Jo enigemoeite haddenmet elkaars taalgebruik, laat staan dat zij zich eraan ergerden. Integendeel, vanuit verschillende taalwerelden spraken zij van hart tot hart. Met heel verschillende uitdrukkingen spraken zij toch over dezelfde dingen. Oom Jo had een heel andere levensgang dan deze bezoeker, maar dan hoor je toch dat de taal van Gods volk gelijk is: Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht; Uw vrije gunst alleen wordt d’ ere toegebracht; Wij steken ’t hoofd omhoog en zullen d’ eerkroon dragen Door U, door U alleen, om ’t eeuwig welbehagen; Want God is ons ten schild in ’t strijdperk van dit leven, En onze Koning is van Isrels God gegeven. (Psalm 89:8, ber.) Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw Na de grote wending in zijn leven heeft oom Jo nog een aantal jaren geleefd. Omdat hij wat dement begon te worden, werd hij ten slotte in ‘De Wijngaard’ in Bosch en Duin opgenomen. Zijn vrouw was toen al overleden. Ook zij is ruim heengegaan. Na de ommekeer in het leven van oom Jo was te merken hoe blij tante Anna ermee was dat haar man ervan verzekerd mocht zijn dat hij vrede met God had ontvangen. Dat bevreemdde in die zin, omdat oom Jo en tante Anna in een kerkelijke kring verkeerden waarin men er heel vanzelfsprekend van uitging dat een meelevende kerkganger een kind van God was. Zo was tante Anna ook opgevoed. Na zijn omkeer las tante Anna in de periode dat oom Jo herstelde van zijn ziekte ook preken van Ryle, Kohlbrugge, Luther en Spurgeon aan haar man voor. De geschriften van deze mannen hadmijn vader haar geadviseerd.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==