Dan zingen zij in God verblijd.indd

16 Jo, maar ik kan me voorstellen dat volwassenen dat ook konden zijn. In ieder geval heeft oomJo de predikant en de ouderling die hembezochten geantwoord: ‘Voor u geldt mijn ja-woord blijkbaar niet, maar voor God geldt het wel. Dat telt voor mij en niet wat u zegt.’ Ik neem aan dat, oom Jo kennende, de discussie toen maar gauw werd gesloten. In het schoolbestuur Samen met oom Jo heeft mijn vader vele jaren in het schoolbestuur van de School met de Bijbel in Kinderdijk gezeten. In dat bestuur zaten drie leden van de plaatselijke Hervormde Gemeente, een lid van de Gereformeerde Kerk (dat was een meneer De Jong), een lid van de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt (dat was mijn oudoom Jo Koutstaal), een lid van de OudGereformeerde Gemeente enmijn vader als lid van de Gereformeerde Samenkomst (nu deHersteldHervormdeGemeente van Alblasserdam). Als schoolbestuur was men in veel zaken eensgezind, al vroeg het lid van de Gereformeerde Kerk zich weleens af of het in deze tijd nog zinvol was de Drie Formulieren van Enigheid als grondslag te hebben. Tussen De Jong en mijn oudoom ontstond eens een discussie over dit punt. Oom Jo had gevraagd waarom de Drie Formulieren van Enigheid uit de grondslag verwijderd moesten worden. De Jong had als argument genoemd dat zij vierhonderd jaar oud waren. Oom Jo heeft toen enigszins driftig geantwoord: ‘Dat zij vierhonderd jaar oud zijn, wetenwij hier allemaal.Mijn vraag is: wat is er niet bijbels aan? Toon dat eens aan.Als er nu iets onbijbels in staat,was het vierhonderd jaar geleden ook onbijbels. Ik heb er echter nooit iets onbijbels in kunnen vinden.’ De Jong was gauw gestopt, want hij voelde wel aan dat hij de discussie ging verliezen. Op De Jong na was iedereen het met oom Jo eens. Op andere punten was er binnen het bestuur meer verschil. Voor oom Jo en voor een enkel ander bestuurslid was of leek het een vanzelfspre- kende zaak dat een kerkganger in een kerk van gereformeerde belijdenis een kind van God was. Daarover dacht de meerderheid van het bestuur toch anders. Ik weet nog dat zijn voorganger, meester Blom, met pen- sioen ging. Ik zat toen aan het eind van de vierde klas (nu groep zes). Als kind was je benieuwd wie je als meester in klas 5 en 6 zou krijgen.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==