9789033130687

4 januari De verhoogde Zaligmaker En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten. Openbaring 1:17a I n gedachten zien we de oude apostel Johannes als balling ‘om het Woord Gods en om de getuigenis van Jezus Christus’ op het eiland Patmos. Dat is een klein rotseiland voor de kust van Klein-Azië, waar onder andere misdadigers werden gebracht. Vermoedelijk op last van kei- zer Domitianus is daar nu ook de oude Johannes. De meeste verklaarders menen dat Johannes zo rond de negentig jaar oud was. En nu is het zondag,‘de dag des Heeren’, de opstandingsdag van zijnMees- ter, waarop de apostel zo menigmaal heeft mogen dienen in de gemeente van Efeze. Naar het schijnt is hij nu uitgediend. Maar dan, in een vertrek- king van zinnen, een visioen, hoort hij een grote stem die opdracht geeft om te schrijven aan de zeven gemeenten van Klein-Azië, waarbij als eer- ste de naam klinkt van Efeze. Zou dat Johannes niet ontroerd hebben? De hoofdstad van Klein-Azië waar hij jarenlang heeft mogen dienen! Hij meende uitgediend te zijn en nu mag hij gaan schrijven, ook aan ‘zijn kin- derkens’ te Efeze. Maar groter dan dat is hoe Johannes die zeven gemeenten ziet: als zeven gouden kandelaren! Als de Kerk van goud, van God, van eeuwigheid ver- koren en met bloed gekocht. En het allergrootste is wel: tussen die gou- den kandelaren wandelt ‘de Zoon des mensen’, Jezus Zelf. Johannes mag Hem herkennen, want deze Jezus is voor hem geen onbekende. Johannes is lange tijd geleden aan de voeten van de Zaligmaker gekomen en heeft Hem gezien tijdens Zijn omwandeling op aarde. Eerst in de staat van Zijn vernedering en – na Pasen – in de staat van Zijn verhoging. Hij heeft Hem leren kennen in Zijn dierbaarheid, beminnelijkheid en gewilligheid om zo’n ellendige zondaar als hij zalig te maken. En met dat werk gaat Hij nog door. Weet u daar ook van? Is deze Jezus voor u geen onbekende? Lezen: Openbaring 1:9-18

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==