9789033130687

2 januari Zegengroet (1) Genade zij u en vrede van Hem Die is, en Die was, en Die komen zal; en van de zeven Geesten Die voor Zijn troon zijn. Openbaring 1:4 E r wordt wel gezegd dat met dit vierde vers het Bijbelboek Openbaring eigenlijk begint. De eerste drie verzen ziet men dan als opschrift of inleiding. Net als in de apostolische brieven maakt de schrijver zich vervolgens bekend. Korter dan hier kan het niet. Alleen zijn naam klinkt: Johannes. Blijkbaar is er niet getwijfeld aan het apostolisch gezag en is een langere inleiding zoals in de Romeinenbrief niet nodig. Vervolgens volgen de geadresseerden: de zeven gemeenten die in Azië zijn (vs. 4). Het zijn zeven gemeenten in Klein-Azië die we kennen als Efeze, Smyrna, Pergamus, Thyatira, Sardis, Filadelfia en Laodicea. Waarom deze steden en niet Kolosse, Miléte of Troas, die toch ook in dat gebied lagen? Zeven is het getal van de volheid. Deze zeven steden vertegenwoordigen de volheid van de ganse Kerk van die dagen én die van alle tijden en plaatsen. Dan klinken de bekende woorden in de Naam van Johannes’ Zender: ‘Genade zij u en vrede...’ Alsof het klinkt van Godswege: ‘Ik zegen u met Mijn genade en Mijn vrede zal uw deel zijn.’ In de woorden van onze dagtekst worden twee goddelijke Personen bij- zonder aangewezen. Kanttekening 12 wijst allereerst op ‘de eeuwige en onveranderlijke Godheid des Vaders’ als er gesproken wordt over ‘Hem, Die is, en Die was en Die komen zal’. Als tweede wijzen ze op de Heilige Geest, Die hier omschreven wordt als ‘de zeven Geesten Die voor Zijn troon zijn’. Zeven is ook hier het getal van de volheid en wijst erop dat de Geest Zijn gaven in de zeven gemeenten volkomen uitstort. Het doet sterk denken aan Jesaja 11:2, waar we lezen van ‘...de Geest des Heeren... de Geest der wijsheid en des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennis en der vreze des Heeren’ . Delen wij in de genade en vrede door het werk van Gods Geest in onze ziel? Lezen: Romeinen 1:1-7

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==