9789033130687

9 januari Een troon in de hemel En zie, er was een troon gezet in den hemel... Openbaring 4:2b E en troon boven alle aardse machten en tronen. Hier mag Gods kind zien op dé troon! Alles wat gebeuren gaat, hangt niet af van de troon van Domitianus. Hij was de wrede keizer die aan de macht was en die vermoedelijk Johannes naar het eiland Patmos had gestuurd om hem uit te schakelen. Door deze troon wordt alles geregeerd. Dit is de troon van de levende God! Hoor maar: ‘...en er zat Een op den troon’ (vs. 2). Eenmet een hoofd- letter. Op de troon, wat is dat een wonder! Alles wat er gebeurt – ook in de 21e eeuw – in de wereld en in de kerk, heeft niet te maken met de troon van koning Willem-Alexander, met de president van Amerika of Rusland of met de wrede tiran en machthebber in Noord-Korea. Nee, het heeft alles te maken met dé troon, die daar is in het binnenste heiligdom. De troon van de levende God, Die alle dingen regeert in de hemel en op de aarde. In de politiek, op school, in de kerk en thuis. Gelooft u dat? ‘Geen ding geschiedt er ooit gewisser, dan ’t hoog bevel van ’s H eeren mond’ (Ps. 33:5 ber.). En die troon is niet leeg! Kinderen des Heeren, als dat toch niet waar was, dan was het eeuwig kwijt. Johannes heeft in Openbaring 2 en 3 de zonden en wonden van dé Kerk beschreven en dat was niet best. We kunnen lezen wat daar in de gemeen- ten aan de hand was en hoe ze waren afgeweken, wat voor dwalingen er waren en hoeveel onreinheid daar was. Je zou toch nooit meer in de kerk komen? Dan is het alsof de Heere zegt: ‘Johannes, nu moet je getrouw zijn en schrijf aan die gemeenten, ja, zeg het ze aan wat nodig is en wat er gebeurt. Het is en blijft Mijn Kerk en Ik wandel te midden van die zeven gouden kandelaren. Ze kunnen zeggen wat ze willen, Johannes, maar Ik laat nooit varen het werk dat Mijn hand begon!’ Tarwe en onkruid zijn er beide in al die zeven gemeenten, en zo zal het zijn en blijven. Maar geluk- kig, de Heere staat erboven. De levende God regeert in de hemel en op de aarde, en in het bijzonder in de kerk. Lezen: Psalm 33:1-11