9789033130663

17 zijn toevlucht neemt tot de Heere Jezus, om door Hem genezen en ziende gemaakt te worden – vers 35 tot 39. 2. We zien ook hoe de Heiland die arme man ontving, hem hielp en genas – vers 40 tot 43. De schrijver van het evangelie begint zijn verhaal als volgt: ‘En het geschiedde alsHij nabij Jericho kwam...’Zo begint hij ons te vertel- lenwanneer enwaar dit liefdevolle wonder door onze Zaligmaker heeft plaatsgevonden, namelijk toen Hij dicht bij Jericho kwam. In de Heilige Schrift is Jericho een bekende stad. Het is de stad die de Israëlieten op zo’nwonderlijke manier hadden ingenomen. Onder de dappere leiding van Jozua hadden ze de stad door het blazen op de ramshoorns zonder slag of stoot aan de macht van de Kanaänieten onttrokken. Daarvóór waren ze eerst droogvoets door de Jordaan gegaan, zie Jozua 6. De stad lag aan de weg waar- langs men van de Jordaan naar Jeruzalem reisde. Daarommoest de Zaligmaker op Zijn reis naar Jeruzalem deze stad passeren. Daar, dicht bij Jericho, bevond zich nu deze arme, blinde man. Dat was een groot geluk voor hem, want als hij op dit moment op een andere plaats was geweest, ver van Jericho vandaan waar de Heere Jezus op Zijn reis niet voorbijkwam, dan was hij waarschijnlijk 13 niet genezen, maar blind gebleven tot zijn dood toe. Zo gelukkig zijn ook de arme verblinde mensen die zich op de plaats bevinden of daar dichtbij, waar de Heere Jezus wil voorbijgaan en enige tijd wil blijven met de meest ernstige en krachtige genademiddelen en met de werkingen van Zijn Geest. Ja, als zij die middelen echt zouden waarderen en goed gebruiken, is het heel waarschijnlijk 14 dat Christus Zich aan hen bekendmaakt en dat Hij óók hen – als ze Hem ernstig en aanhoudend om Zijn hulp bidden – van hun blindheid zal genezen. Dat zal Hij dan doen in tegenstelling tot 13. denkelijk 14. hebben zij goede apparentie

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==