9789033130656

17 – 1 – Het feestmaal des Heeren, of: het feestmaal in Gods huis verklaard En de H eere der heirscharen zal op dezen berg allen volken een vetten maaltijd maken, een maaltijd van reinen wijn, van vet vol merg, van reine wijnen, die gezuiverd zijn. Jesaja 25:6 O m deze woorden bij u in te leiden, moeten we terugblikken op het slot van het voorafgaande hoofdstuk. Daar hebben we een profetie aangaande de Heere Jezus Christus, Zijn overwinning op, de onderwer- ping van Zijn vijanden en Zijn glorierijke heerschappij op de berg Sion en in Jeruzalem. Dat is de kerk van het Nieuwe Testament, in de taal van het Oude Testament voor, of in aanwezigheid van Zijn oudsten, Zijn voorgan- gers en dienaren, die aan Zijn hof zijn. Zij die hovelingen zijn aan de hoven van vorsten, knechten en dienaren, die werkzaam zijn in ondergeschikte beheersfuncties, ontvangen Zijn opdrachten en voeren die uit. Zij staan voor Zijn aangezicht en zijn getuigen van Zijn heerlijkheid. Welnu, de profeet is diep geraakt door de openbaring van de heerlijkheid des Heeren, zoals Hij Zijn eigen volk straft en kastijdt, Zijn vijanden ten val brengt, Zijn troon vestigt en in heerlijkheid regeert. De profeet kan het niet nalaten dit in een lied te roemen, zoals het in de eerste vijf verzen van dit hoofdstuk staat. Nadat dit lied is afgesloten, keert hij met de woorden van onze tekst en in de zeven verzen die volgen, terug naar een profetische beschrijving van het geluk van de onderdanen van Christus’ Koninkrijk in de dag van het Evangelie, onder Zijn bewind. De Geest vanGod verwaardigt Zich omdoor de profeet van hun geluk drie bijzondere voorbeelden te geven.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==